Eigenlijk was ik moe. Kwam ik net van mijn werk en moest ik nog koken. En eindelijk ook eens de lakens verversen. Alleen scheen de zon nog zo zalig. Oververhit van de autorit naar huis, hees ik mij in korte broek, schoof in het eerste paar slippers dat ik tegenkwam en liet de rest even voor wat het was. Met mijn boek Stoner dat al enkele weken dringend uitmoest en waar het maar niet van had willen komen. Dat koken kon later ook nog wel. En die lakens, in feite viel dat nog best mee.
Het terras zat afgeladen vol, maar -vergeten in een hoekje- lonkten drie lege strandstoelen naar mij. Soms lopen de dingen perfect zoals ze moeten en zonder verder getalm wierp ik me in de meest rechtse stoel, gooide mijn slippers uit en bestelde een verfrissende Spa bruis. Die Stoner ging er vandaag dus echt aan geloven, dat stond vast. Nippend aan mijn water begon ik aan het laatste hoofdstuk.
“Zijn deze stoelen nog vrij?” Met tegenzin keek ik op. Moest dat nu echt? Twee meisjes stonden me vragend aan te kijken. “Ja, hoor,” antwoordde ik vergevingsgezind. Ze zagen er zo ontwapenend en jong uit. “Je mag de stoelen best meenemen,” zei ik nog. En voegde er aan toe: “Privacy-gewijs en zo. Ik wil jullie gesprek niet afluisteren.”
“Dat geeft niks,” zei de mondigste van de twee. “Wij vertellen toch geen geheimen.” Ontwapenend.
Niet veel later was ik integraal op de hoogte van het liefdesleven van het mondige meisje dat op een onoverzichtelijk kruispunt was aanbeland. Terwijl ik dezelfde zin keer op keer opnieuw las –dit had overigens volstrekt niets met een gebrek aan schrijftalent van John Williams te maken- werd ik deelgenoot van een precaire situatie waarbij het meisje een hartverscheurende keuze diende te maken tussen haar huidige lief P. (een egoïstische nitwit, zo bleek uit het verhaal) en een nieuwe jongen die haar pad had gekruist (eerder het begrijpende en gevoelige type, en bovendien niet onknap) en waar nog een andere vriendin haar al enige tijd aan had willen koppelen.
“Tja,” verzuchtte ze terwijl ik me nogmaals op die verdomde zin probeerde te concentreren. “Ik ga natuurlijk wel snel iets moeten beslissen want ik sprak intussen al twee keer met hem af. Zo’n jongen gaat uiteraard niet blijven wachten want blijkbaar is hij nooit echt lang alleen. Snap je?” Haar vriendin knikte begripvol en dronk voorzichtig van haar Liefmans kriek vol rinkelende ijsblokjes. De laatste nieuwe trend, begreep ik, bier met ijs.
“Maar weet je wat zo geweldig was?” ging het meisje verder terwijl haar tenen vrolijk wiebelden in haar open schoentjes. “Toen ik hem de laatste keer zag, vroeg ik of hij samen met mij naar een aflevering van Girls wilde kijken en hij wilde dat. En toen de aflevering voorbij was, wilde hij er nog eentje zien. Hij vroeg het zelf. Snap je?” Opnieuw las ik nog eens dezelfde zin over Stoner die onherroepelijk en hartverscheurend op zijn einde afstevende, maar geen zweem van concentratie werd mij verder nog gegund.
“Ik vond dat zo bijzonder want uiteindelijk zijn die eerste afleveringen van Girls niet eens de beste. Ik bedoel, Hannah gaat zich in de latere reeksen echt nog wel ontwikkelen en dan wordt het pas interessant, toch?” De vriendin kon niet anders dan volmondig beamen. “En daarbij,” ging het meisje onverdroten verder. “Toen ik laatst met P. naar een aflevering van Girls aan het kijken was, zei hij alleen maar dat hij die Jenna wel echt een schone vond. En dat stelde mij zo teleur. Ik bedoel, ik vind Jenna uiteraard ook de schoonste. Maar toen hij dat zei, toen haatte ik haar ineens best wel. En hem ook. Snap je?” Geschokt schudde de vriendin haar hoofd over zoveel ongevoeligheid. “Moh,” zei ze venijnig. “En jij lijkt dan ook nog het meest op Jenna. Van uiterlijk bedoel ik.” “Precies!” riep het meisje verongelijkt. Verwoed probeerde ik het nog een keer, met die ene zin.
“Zeg,” hervatte het meisje weer. “En hoe zit dat eigenlijk met jou?” De vriendin schokschouderde terwijl ze haar veel te grote zonnebril over de brug van haar bevallig neus naar boven duwde. “Och,” zei ze zacht. “Ik denk soms dat ik allemaal niet zo goed ben in die dingen. Ik bedoel, ik maak gewoon niet zoveel mee. Snap je?”
Mijn glas was leeg en ik liep het café binnen om af te rekenen. Thuis legde ik frisse lakens op en bakte een biologische kippenbil. Misschien kon ik dat laatste hoofdstuk straks in bed nog wel uitlezen.
Posted on 25 juli 2014
0