Het podiumbeest in mij

Posted on 10 oktober 2012

0


Diep in mij schuilt een podiumbeest zonder weerga. Alleen werd dat podiumbeest jammerlijk afgeslacht bij mijn eerste publiek optreden ooit. Sindsdien is het nooit meer goed gekomen.

Dat ging zo: Ik zat in de eerste klas van de lagere school toen onze juf op een dag meedeelde dat we met de hele school een avondvullende theaterprogramma zouden gaan maken. Iedere klas moest hiervoor zijn eigen bijdrage leveren en de uitvoering zou plaats vinden in het gesticht dat ons dorp rijk was. Door ons ook wel ‘het gekkenhuis’ genoemd, want dat mocht in die tijd nog gewoon. Uiteraard waren ook vaders en moeders welkom, maar uit dankbaarheid voor gebruik van de zaal werden de bewoners van het gesticht zelf ook uitgenodigd op de première. Jawel, het betrof hier geen eenmalig afgeraffeld stukje amateurisme, maar een heuse reeks professionele voorstellingen.

Toen de juffrouw uitlegde wat ons aandeel in het groots opgezet spektakel zou zijn, begonnen mijn wangen te gloeien. Ze vertelde het verhaal van een kleine hamster en hoe meer ik hoorde over zijn wedervaren, hoe overtuigder ik was dat de hoofdrol voor mij persoonlijk geschreven was. Ik begreep niet enkel deze kleine maar dappere hamster tot in het diepst van zijn kern, ik was die hamster. Vol zelfvertrouwen stak ik dus mijn hand in de lucht toen gevraagd werd wie graag de hamster wilde spelen. Overtuigd dat ook de juffrouw meteen zou inzien dat de keuze in feite al gemaakt was. Niet dus. De rol ging naar een ander meisje dat nog kleiner was dan ik. Want, zo legde de juf uit, de hamster was niet alleen dapper, maar ook erg klein.

Ontroostbaar huilde ik mezelf die avond in slaap. En, in tegenstelling tot wat mijn moeder en de juf hoopten, namelijk dat ik het euvel de volgende dag wel weer vergeten zou zijn en mij vrolijk zou neerleggen bij een plaatsje in het koor, bleef ik dagenlang diep bedroefd. Dit alles had overigens niets met hoogmoed of jaloezie te maken. Het was de hamster in mij die in een bodemloze rouw gedompeld was en noodgedwongen staken de juf en mijn moeder de koppen bij elkaar. Ik zou het stuk van de hamster mogen aankondigen, zo werd beslist.

Dapper (en net niet klein genoeg) besloot ik het beste van dit goedbedoelde zoenoffer te maken en terwijl mijn moeder zich uitsloofde op haar naaimachine om een nieuwe jurk in elkaar te knutselen, oefende ik eindeloos mijn allereerste speech op de schommel in de tuin. Opnieuw en opnieuw zei ik mijn tekstje op. Tot ik de woorden kon dromen en langzaam maar zeker over mijn immense hamsterverdriet heen raakte.

Op de grote dag van de première stond ik in mijn nieuwe roze jurk achter de coulissen te loeren om tussen de mentaal uitgedaagden van ons dorp mijn familie te ontwaren terwijl een meester van een hogere klas een oeverloos betoog hield. Na hem was ik aan de beurt dus ongeduldig wachtte ik tot hij eindelijk afrondde en liep vervolgens in rechte lijn naar de microfoon. Zonder een enkele fout of hapering zei ik mijn tekst op en keek daarbij naar mijn moeder op de derde rij in het midden.

Maar in plaats dat ik haar zag glimmen van trots, was er zelfs geen vage glimlach op haar gezicht te bespeuren. Wel werden haar ogen groot en rond en wees ze naar iets boven mijn hoofd terwijl naast haar een kwijlende man een beetje tegen haar aan zakte. Lichtelijk confuus werkte ik mijn laatste woorden af maar net toen ik klaar was, stormde de oeverloze meester het podium weer op en begon als een gek (excusez le mot) aan het statief van de microfoon te rukken. Alsof ik in een geluidsdichte ruimte zat (veel beeld, geen klank) telde ik de som van zijn verontschuldigend gezicht, de microfoon die een meter boven mijn hoofd hing en de verschrikte ogen van mijn moeder op. Niemand in de zaal had mij gehoord en die meester was een prutser want vergeten de microfoon lager te zetten, drong langzaam en gruwelijk tot mij door. Onthutst keek ik de zaal in waar alleen de kwijlende man onbedaarlijk begon te klappen. De meester, die eindelijk klaar was met zijn gehannes, gebaarde dat ik mijn verhaaltje opnieuw mocht vertellen.

Maar nadat ik hem een vernietigende blik toewierp, schreed ik zonder nog een woord te zeggen van het podium in mijn nieuwe roze jurk. In de zaal steeg een onrustig gemurmel op. Dat hij zijn verhaaltje zelf vertelt, was het laatste wat ik dacht toen ik weer in de coulissen verdween zonder nog enige aandacht aan zijn smeekbede te schenken. Na de hamster was ook het meedogenloos podiumbeest in mij op brute wijze vermoord.

Posted in: Columns