“Iemand die zegt: Ik wil met je gaan eten. Die bedoelt natuurlijk gewoon: Ik wil met je neuken.” Ze zegt het alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Ik verslik me ondertussen welhaast in mijn koffie die toch al aan de straffe kant is.
“Pardon?” breng ik verrast uit.
“Het is gewoon een beleefde manier om die wens uit te drukken, dat is alles,” werpt ze er nonchalant achteraan. Het gezelschap aan tafel knikt instemmend en gaat vervolgens naadloos over tot de orde van de dag.
Wel vaker krijg ik te horen dat ik ongeëvenaard naïef ben in die dingen. Even zo vaak sputter ik dan tegen dat het niets met naïviteit te maken heeft dat ik niet achter iedere uitnodiging meteen ook een geheime agenda zoek. Dat de wereld heus niet zo oppervlakkig in elkaar zit als sommige cynici plachten te denken, poneer ik dan stellig. Vervolgens word ik meestal getrakteerd op diepe zuchten en ogen die veelbetekenend naar de hemel worden gedraaid. Tja, lees ik dan in die ogen.
Desalniettemin zet ik mijn Grote Gelijk al jaren eigenwijs verder en weiger ik dus te geloven dat iedere man die mij inviteert mij louter de kleren van het lijf wenst te rukken. Hoe verwaand en bovendien seksistisch zou die gedachte trouwens niet zijn? Alsof mannen niet ook gewoon mensen zijn die wel eens nood hebben aan een deftig gesprek. De collaterale schade pak ik er nu en dan gelaten bij want uiteraard hebben mijn vrienden het soms wel degelijk bij het rechte eind. Dat neemt niet weg dat ik hun verdere goede raad gezwind in de wind blijf slaan. Omdat mensen (m/v) mij nu eenmaal interesseren. Wat ze doen, waarom ze dat doen en waar ze in godsnaam de moed vandaan halen. Man, vrouw, wat kan mij dat nu schelen? Overal waar mensen zijn, zijn er namelijk verhalen. Verhalen die mij een leven vertellen dat ik tot dat moment nog niet kende. Van die verhalen hou ik. De voorraad mensen en verhalen is trouwens schier oneindig, zo blijkt steeds weer. Mits een internetverbinding, hoef je er dezer dagen zelfs niet eens noodzakelijk voor buiten te komen.
Maar soms ontstaat er dus wel eens een akkefietje, moet ik eerlijk bekennen. Vooral online blijken sommige mannen in de veronderstelling te verkeren dat het hele net één grote datingsite betreft. Op die momenten kan het gebeuren dat er plots toch meer van mij verwacht wordt dan ik van plan was te delen (meestal voornamelijk mijn gedachten). Dat zijn overigens de momenten dat mijn vrienden met hun ogen beginnen te rollen.
Onlangs resulteerde zo’n misverstand nog in een onvoorzien gebroken hart, simultaan vergezeld van een klein drama online. De eigenaar van dat hart en ik waren aan de praat geraakt op een sociaal netwerk en na wat heen en weer geschrijf hadden we elkaar een keer ontmoet voor koffie met taart. Daarna werd er virtueel nog enige tijd verder gekletst, een handvol geheimen prijs gegeven en werden wederzijds stukken van levens verteld. En hoewel er hier en daar wel eens een allusie in mijn richting werd gemaakt, liet ik geen misverstanden bestaan over mijn louter vriendschappelijke bedoelingen. Ik ben altijd al een erbarmelijke allumeuse geweest.
Pas na de (vermoedelijk dronken) noodkreet aan mijn adres dat het dringend tijd werd om me nu eindelijk eens tegen een muur te gooien in plaats nog verdere woorden te verkwisten, vergezeld van andere noodkreten die pardoes op het gehele sociale netwerk werden losgelaten, begon het mij te dagen dat die ene koffie toch wel ernstige gevolgen begon te hebben.
Terwijl het gezelschap aan tafel vrolijk verder zwetst, vraag ik me af of deze onfortuinlijke ontknoping nu eigenlijk te wijten was aan onrealistische verwachtingen van de persoon in kwestie of dan toch aan mijn zogeheten naïviteit.
“Zou het kunnen dat een eenmalige koffie dan ook impliceert dat er daarna veel meer van je wordt verwacht?” gooi ik daarom plompverloren in de groep.
“Eventueel,” is het resoluut antwoord. “Maar dan moet het toch een straffe koffie geweest zijn.” Beduusd staar ik in mijn lege kopje terwijl de ogen rond mij andermaal ten hemel draaien. Tja.
bob onckelinx
24 januari 2013
klassiek verhaal net als het antwoord: mensen zien de wereld door hun ogen en hun gedachten. Als iemand achter een kopje koffie een uitnodiging voor een vrijpartij van een half jaar of zo ziet, dan is dat zijn vertaling van de feiten. (tenzij je natuurlijk toch een geraffineerd-subtiele allumeuse zou zijn :-)
Naomi Steylaerts
24 januari 2013
:-)))
Volgende keer toch maar een warme melk bestellen…
Stefania
24 januari 2013
Je vriendinnen hebben gelijk, maar het probleem gaat vanzelf over als je ouder wordt.
jan
24 januari 2013
Wat te denken van de volgende stelling?
Zou het niet kunnen dat die mannelijke interpretatie van “Ik geef je te eten, dus nu geef jij mij maar een (lichamelijke) tegenprestatie”, niet een overblijfsel kunnen zijn van de praktijken welke van toepassing waren in een ver verleden?
Anderzijds ben je misschien wel onbewust en deels verantwoordelijk voor een dergelijke misvatting. Als inderdaad het merendeel van de eerdere contacten virtueel verliepen, en zelfs als jij ervan uitging duidelijk te zijn geweest over je louter vriendschappelijke bedoelingen, dan is zo’n eerste fysieke contactname niet alleen reeds een behoorlijke stap, maar ook een handeling die nog meer duidelijkheid en begrenzing nodig heeft.
In het andere geval is immers al snel een zekere verwachting gecreëerd in hoofde van één van de partijen. En laat het nu net toch wel vaak (altijd) dat van de mannen zijn, zeker?
Los van dit vind ik het uit eten vragen een best aangename en heel zinvolle wijze om iemand beter te leren kennen. En ook heel wat beschaafder dan rechtstreeks op de man (of de vrouw) af vragen of hij/zij geen zin heeft in een potje vrijen…
caravaggesk
27 januari 2013
De ondraaglijke lichtheid van de E-sigaret http://wp.me/pMn2a-1B Blijkbaar hebben we een beetje dezelfde visie ;-)