Het was een interessante week op het man-vrouw front. Dat -wat mij betreft- helemaal geen front is. Maar bon, ik ga nu niet ook nog de semantische toer op. Het is zo al ingewikkeld genoeg (terwijl het dat eigenlijk ook helemaal niet is). Rewind.
Het eerste wat me trof toen de #wijoverdrijvenniet verhalen op sociale media losbarstten was dat ze mij nauwelijks versteld deden staan. Bij elk relaas kon ik me moeiteloos een variant voor de geest halen die ik zelf had meegemaakt of een vrouw in mijn naaste omgeving. Een onbehaaglijk gevoel bekroop me zelfs. Omdat ik geen zin had om me nog eens in mijn eigen herinneringen te verdiepen die een aanvang nemen op mijn elfde en die tot vandaag zijn blijven duren. Variërend van zogenaamde ‘complimenten’ tot uitgemaakt worden voor lelijk, stom of bitter wijf (wanneer zo’n ‘compliment’ niet het beoogde effect had gehad).
Die keer toen ik (11 jaar) op de kermis van achteren vol tussen mijn benen werd betast, maar ik, toen ik mij geschrokken omdraaide, enkel een mensenmassa zag en niemand die de aanslag opeiste. Die keer toen hetzelfde gebeurde -inmiddels was ik begin twintig- in nota bene een lesbisch café. Dit maal keek ik in de grijnzende tronie van een kerel die me toe siste: “Zo, nu weet je ook eens hoe dat voelt.” De keer dat een winkelbediende zich in het magazijn stond af te trekken terwijl ik aan de toonbank aan het wachten was op de stekkerdoos die hij even uit de stock moest gaan halen. De keer dat ik tijdens nieuwjaar op straat een karatetrap kreeg omdat ik een wildvreemde niet op de mond wilde kussen. De keren dat ik als enige vrouw aan de vergadertafel zat en er werd geweigerd naar me te luisteren, maar er wel opmerkingen over mijn haren, decolleté of leeftijd werden gemaakt. De keer dat ik (ook 11) op de trein seksuele toespelingen over me heen kreeg van een man van middelbare leeftijd die ondertussen zijn stinkende lijf tegen me aan schurkte. De keer dat ik in een winkel per ongeluk tegen een man botste die daarop opmerkte dat ik eruit zag alsof ik vast niet al te vaak werd aangeraakt (zijn vrouw met kind in buggy stond er bewegingloos naast en staarde me aan alsof ik zojuist haar man had proberen te versieren). Die keren dat ik voor hoer, slet, ijskast, frigide trut of lesbo werd uitgescholden omdat ik niet op avances wilde ingaan. Die keer dat ik op een camping in Spanje (15 jaar) in de bosjes werd meegetrokken en mij -als bevroren- niet wist te verweren tegen handtastelijkheden tot een toevallige passant mij redde. Die keren dat er obscene gebaren worden gemaakt wanneer je met de auto voor een rood stoplicht staat en je geen andere keuze hebt dan strak voor je uit staren tot het groen wordt. Die keren dat er vunzigheden vanuit voorbij rijdende auto’s naar je worden geslingerd wanneer je aan je voordeur staat met je sleutel en loodzware boodschappen in de hand. Die keren dat je opgelucht was om eindelijk veilig in je bed te liggen nadat je alleen door het donker naar huis fietste. Die keren dat mensen je weten te vertellen dat je niet zo moet overdrijven. Of dat je naïef bent en het dus je eigen schuld is wanneer een man veronderstelt dat een drankje of een babbel van vijf minuten een one-way ticket naar je bed betekenen. Die keren dat je niet voor jezelf opkomt omdat je bang bent als humorloos, zuur wijf te worden weggezet dat bovendien een hekel heeft aan alle mannen, ook zij die het goed bedoelen en al eens hoffelijk uit de hoek durven komen. Al die keren dat je je een gebruiksvoorwerp voelt in plaats van een mens van vlees en bloed dat respect verdient.
Ik had er hoegenaamd geen zin in. Begrijp me niet verkeerd: ik juich toe dat vrouwen zich uitspreken over seksisme. En al helemaal als het over verdoken seksisme gaat waar vaak veel moeilijker de vinger kan worden opgelegd. Dat je blij mag zijn dat vrouwen in onze contreien niet worden gestenigd of uitgehuwelijkt, krijg je nog te vaak als dooddoener te horen en voor je het weet laat je je dan de mond snoeren om vooral niet de flauwe spelbreekster te zijn.
Ook vrouwen maken zich soms schuldig aan het minimaliseren van de dingen. Meer dan eens werd ik op de vingers getikt omdat een seksegenote vond dat ik iets niet had mogen zeggen of schrijven (of zelfs blij zou moeten zijn met seksistische bejegeningen) en dat dat -in combinatie met mijn voortschrijdende leeftijd- zelfs mijn marktwaarde flink kon doen kelderen. As if I care. Het voordeel van ouder worden is op zijn minst dat het me steeds minder kan schelen wat mensen van me vinden, laat staan wat mijn marktwaarde is. Want ja, ook ik hield in het verleden veel te vaak mijn mond.
Confronterend was nu vooral dat ik merkte dat ik het een beetje moe was. In de zin van: is dat hier nu nog niet geregeld? Moeten we het er echt nog eens over hebben? Blijkbaar wel. Onlangs nog opperde een vriendin om seksisme gewoon te negeren en er verder geen energie meer aan te verspillen. Ook zelf deed ik het in het verleden meer dan eens af met een welgemikte grap. Echter vrees ik dat, voor we eindelijk kunnen overgaan tot de orde van de dag, discussie nog wel nodig is. Om duidelijk te maken dat we er nog niet (helemaal) zijn, dat verdoken seksisme ook seksisme is en dat het objectiveren van mensen nooit een compliment is. En dat dat geen moer met galanterie te maken heeft.
Dat brengt me trouwens meteen bij de tweede kwestie die me deze week trof en wat die week voor mij pas echt interessant maakte. Verschillende mannen, waarvan ik vermoed dat ze alles behalve seksistische zwijnen zijn, maakten zich enorm kwaad en reageerden zelfs furieus op de getuigenissen over seksuele intimidatie. Omdat ze zich aangesproken voelden? Omdat ze het idee hadden dat alle mannen van iets werden beschuldigd? Omdat ze vinden dat vrouwen moeten stoppen met zeuren? Ik wist het niet, maar het sterkte wel mijn gedachte dat de strijd nog niet volledig gestreden is en dat dialoog momenteel toch meer aan de orde is dan eenvoudigweg negeren.
Deze gedachte werd nog eens bevestigd toen ik gisterochtend twee heren gade sloeg die een onderling dispuut over de hele materie voerden op Twitter. Ik kreeg zowaar het gevoel dat er toch nog hoop is. Niet omdat ze het zozeer eens werden, wel omdat de ene man de andere uitvoerig onder de loep nam zonder dat er nog maar een enkele feminazi aan te pas was gekomen. In stilte las ik mee en hield ik ladylike mijn mening voor mezelf.
Amelia Jane
22 maart 2015
Dag Renate,
Mogen we je artikel linken op http://www.wijoverdrijvenniet.org? Is er ook een foto die we daarbij mogen gebruiken?
Bedankt!
renatebreuer
22 maart 2015
Dat mag zeker! (ik stuur je een mail)
darchief
22 maart 2015
Terwijl ik je blog lees, zonnamidsag, in de wachtzaal van de spoed afdeling AZ Sint-Lucas, is er op de TV een kleine voorbeschouwing op de bekerfinale van vanavond in Brussel. Blijkbaar zijn er op de heizel 2 fan dorpen ingericht voor de supporters van beide clubs. Even in beeld zie je een podium aan de voet van het Atomium waarop een zevental wulps dansende dames met opgeknoopt Anderlecht shirt en bijhorende sexy outfit op luide muziek het publiek animeren. Er is nog veel werk aan de winkel …