Hoewel ik er een soort levensdoel van heb gemaakt om er in te blijven geloven, heb ik het niet altijd zo heel hoog op met de mensheid. Als overlevingsstrategie (en om dat levensdoel in ere te houden) doseer ik daarom al jaren mijn sociale activiteiten. Periodes van eenzame opsluiting zijn namelijk mijn enige redding om niet van dat geloof in mensen te vallen. Cynisch genoeg door ze tijdelijk te mijden als de pest.
In het verlengde van die mensheid heb ik er trouwens net zozeer een levensdoel van gemaakt om in de liefde te blijven geloven. Onderwijl met pijn in het hart observerend hoe mensen ook in hartkwesties verdacht liefdeloos te werk kunnen gaan. Maar de laatste tijd wordt ook dit levensdoel weer duchtig op de proef gesteld door een handvol uit het oog verloren exen die maar blijven opduiken.
Onnodig te zeggen dat er doorgaans een goede reden is om iemand uit het oog te verliezen. Het betreft dan ook een paar heren die de liefde destijds vooral geweld aandeden. Wat precies de reden is waarom ik ze uit het oog en uit het hart verloor. Waarom juist deze individuen jaren later nog steeds naar aandacht blijven hengelen? Al sla je me dood.
Nu kan een mens zich van tijd tot tijd dan wel vrijwillig opsluiten voor het algemeen nut, tegen sociale netwerken of mobiele telefoon is natuurlijk geen afzondering opgewassen. Zo hielden al verschillende mannen uit het verleden nauwlettend in de gaten met wie ik online zoal te maken had. Maar ook ontvang ik regelmatig een nostalgische sms in het holst van de nacht om te melden dat het iemand is opgevallen dat mijn licht nog brandt wanneer ze bij mij passeren. Alsof ik dat licht speciaal laat branden voor deze of gene en niet gewoon om te zien wat ik op dat moment aan het uitspoken ben.
Toen ik onlangs jarig was, liet er weer zo’n klassieker van zich horen. Op zich vriendelijk dat iemand waarmee ik toch al een jaar of zeven geen affaire meer mee heb (in alle betekenissen van dat woord) van zich laat horen. Dus bedankte ik vriendelijk met een weder-sms, waar ik al snel spijt van kreeg. Dat mijn bedanking wel erg kort van stof was, kreeg ik als boemerang in mijn gezicht. Vervolgens werd ik een paar dagen later opnieuw bestookt met de opmerking dat de gulle felicitatieschenker wel enorm geschrokken was van mijn boze gedrag.
Huh? hoor ik u denken. Dat dacht ik dus ook. Niet in het minst omdat de man destijds had uitgeblonken in algehele desinteresse.
Een recentere ex maakte het nog doller toen hij onlangs trouwde met de vrouw waarmee hij mij destijds aan de lopende band bedroog (en wellicht overkwam haar toen hetzelfde). Uiteindelijk had ik dan ook feestelijk bedankt voor een belabberd leven waarin continu met mijn voeten zou worden gespeeld. Aldus liet ik mijn tegenspelers van deze tragedie verder aan hun lot over en ging ik door met mijn leven.
Tot ik slechts enkele dagen na een groots trouwfestijn onder vuur werd genomen via het mobiele netwerk (u moet weten dat ik deze meneer al eerder van mijn sociale netwerken had geflikkerd). Blijkbaar vond hij het uitblijven van een felicitatie mijnentwege te kennen geven van een zekere apathie, zo werd mij toch medegedeeld. Van pure verbazing viel ik bijkans uit mijn zetel waarin ik me tot dat moment rustig met mijn eigen zaken zat te bemoeien.
Huh? Wederom.
Het terroriseren van exen is een gave die mij niet is gegeven, maar nu was ik toch genoodzaakt even stil te staan bij deze ex-reflex waarbij mensen verontwaardigd zijn dat het voortgaan van hun leven zomaar wordt gerespecteerd. En waarbij ze zich omgekeerd blijkbaar moeilijk kunnen verzoenen met het voortgaan van andermans leven. Welke is deze reflex die vindt dat je eigen leven onverminderd verder mag gaan maar dat van een ander liefst moet blijven zwelgen in gedane zaken?
Al sla je me dood maar het lijkt me toch dat er nog wat werk aan de winkel is met die mensheid.
kaat v.
10 september 2012
helaas heel herkenbaar