De eerste keer dat een man mij ‘vuile hoer’ noemde was ik dertien jaar.
Het zou zeker niet de laatste keer zijn en kwam door de jaren zowel uit allochtone als autochtone monden, eerlijk is eerlijk. Al was de gelegenheid waarbij mijn Marokkaanse buurmeisje van zes jaar het deed voor mij toch wel memorabel. Hoe kwam een meisje van zes, met wie ik dagelijks een praatje deed, daarbij?
Toen ik het aan haar vroeg, vertelde ze mij dat haar ouders hadden gezegd dat het was omdat ik niet getrouwd was en alleen woonde. Ik probeerde haar uit te leggen dat dit in onze cultuur niet ongewoon is, maar weet niet of het veel heeft uitgehaald. Onze praatjes waren sindsdien voltooid verleden tijd.
Die eerste keer op mijn dertiende zat ik op de trein van het uiterste zuiden van Nederland naar het uiterste noorden om een vriendinnetje te gaan bezoeken in de plaats waar ik tot niet lang daarvoor had gewoond. Het was mijn eerste reis alleen die langer duurde dan een busritje naar de stad en ik voelde mij dan ook erg volwassen en trots. Ook al had mijn moeder mij keurig op de trein gezet en zou de moeder van mijn vriendin me even zo keurig komen afhalen. Hun grootste zorg was dan ook dat ik, helemaal alleen, een overstap diende te maken in het onbekende Utrecht. Maar ik had iedereen verzekerd dat ik dat zonder kleerscheuren zou volbrengen. En dat deed ik ook.
Na mijn succesvolle overstap stapte er een gezette man op dezelfde trein die uitgerekend naast mij wilde komen zitten, ook al was de trein bij lange niet vol. De avond begon intussen te vallen en in combinatie met de man die zo breeduit ging zitten dat ik tegen het raam werd platgedrukt, voelde ik mijn zelfstandige trots ineens plaats maken voor een onbestemd gevoel.
Niks aan de hand, hield ik mezelf voor. Ik zat toch veilig op de juiste trein? De zware ademhaling en zweetgeur van de man verstoorden mijn bemoedigende gedachten en strak staarde ik uit het raam, ook al viel daar in de duisternis nauwelijks iets te zien behalve de reflectie van mijn eigen benauwd gezicht.
“Hoeveel?” werd er zachtjes in mijn nek gehijgd. Geschokt keek ik naar de dame die tegenover mij zat maar zij leek niets te hebben gehoord. Had ik het mij misschien ingebeeld? “Hoeveel kost het? Vuile hoer?”
13 Jaar en behalve een platonische en bovendien angstvallig verzwegen verliefdheid op een jongen in de klas, had ik nog nooit iets meegemaakt met de andere sekse. Kinderlijk romantisch en seksloos was het beeld dat ik van de liefde had en mijlenver verwijderd van dit vunzige voorstel, vergezeld van de indringende zweetgeur.
Moest mij vandaag hetzelfde overkomen zou ik luid roepend van plaats verhuizen zodat iedereen zou weten wat er gaande was, maar nu dook ik angstig in elkaar als een bedreigde prooi. Ondertussen vermeed ik ieder teken dat ik wel degelijk begrepen had wat mij juist was voorgesteld door de kerel die zeker vier keer mijn leeftijd telde. Ik voelde me klein en vies. Besmeurd door zijn woorden en de penetrante lucht om zijn dikke lijf.
Toch bleef ik, als bevroren, zitten tot mijn eindbestemming en vluchtte toen zonder omkijken de trein uit. Ik zei niets over het voorval tegen de moeder van mijn vriendin, alsof ik medeplichtig was aan wat er was gebeurd. Ik schaamde mij.
Het duurde nog jaren voor ik ontdekte hoe plezierig het kan zijn om oprechte bewondering te oogsten van mannen want lange tijd deed het mij denken aan dat treinavontuur en voelde ik daarbij dan dezelfde schaamte de kop opsteken. Nochtans is er niets mis met een sprankje aanbidding op zijn tijd en ben ik overtuigd dat zowel mannen als vrouwen perfect aanvoelen wat het verschil is tussen een bewonderende blik en respectloos seksisme. Ongeacht van welke origine ze zijn.
Ik ken dan ook maar weinig vrouwen die zo’n blik of een compliment niet kunnen waarderen, al wordt het hele plezier soms flink verknald wanneer je plots wordt geconfronteerd met seksisme van gefrustreerde of bekrompen individuen die de pret voor iedereen bederven. Want voor je het weet zet je het als vrouw op den duur al op een lopen zodra er ook nog maar een man naar je kijkt. Of durf je je als man geen galanterie meer te veroorloven.
Midden in de heisa rond de documentaire ‘Femme de la Rue’ van Rits-studente Sofie Peeters vertrok ik onverwacht een paar dagen naar Rome en werd het verschil, en daarmee meteen ook het belang om onderscheid te maken, me toepasselijk duidelijk gemaakt. Met veel interesse had ik de documentaire op internet bekeken en een deel van de discussie die vervolgens losbrak gevolgd. De beelden zelf hadden me niet al te erg verwonderd. Zoals iedere vrouw herkende ik wat ik zag én hoorde en hoewel ik iedere aanleiding tot bespreekbaarheid enkel maar kan toejuichen, snapte ik die heisa niet zo goed.
Was dit dan geen algemene wetenschap? Heerste hier dan een taboe rond?
Nooit eerder had ik daar bij stilgestaan, tot ik met schaamte aan mijn eigen vroegere stilzwijgen terugdacht. Blijkbaar houden veel vrouwen nog steeds hun mond over seksistische praktijken alsof ze er zelf een aandeel in hebben gehad. Al was het maar omdat ze op een bepaald moment op een bepaalde plek waren of bepaalde kleren droegen? Al snel maakte mijn laconieke ‘What’s new?’ plaats voor een bezorgde ‘What’s next?’ Alles verhullende kleding en de blik nederig op de stoeptegels gericht? Nee toch?
Gelukkig herinnerde Rome mij, precies op het juiste moment, ook weer aan het plezier van bewonderen en bewonderd worden. “Heb je al gemerkt hoe mannen hier naar vrouwen kijken en hoe je daarna niet het gevoel hebt dat je net bent aangerand?” vroeg de vriendin waarmee ik over een winkelstraat flaneerde. Het was een graad of 42 dus behalve een zomers niemendalletje hadden we allebei niet al te veel om het lijf. En inderdaad, nu ze het zei, viel het mij ook op. De blikken die onze kant uit kwamen werden niet heimelijk geworpen, noch werden ze vergezeld van oneerbare voorstellen. Het waren niet meer dan bewonderende blikken waaruit een respectvolle adoratie voor vrouwen sprak. Hier en daar klonk een blijmoedige ‘Ciao bella’.
“Ja,” zei ik en vrolijk flaneerden we weer verder.
Ook verschenen op www.ziezozon.com
Stefaan Top
8 augustus 2012
Verplichte lectuur voor alle heren (en al wie beweert zich als Heer te gedragen)
Filip
6 september 2012
@Stefaan Top: dé Heer?! Oei, die had ooit ook eens een aanvaring met een ‘Magdalenaanse’ in zijn tijd …