Ode aan mijn aftandse badkuip

Posted on 25 februari 2013

8


Kieren in de houten vloeren, barsten in de muren, krakende deuren en mysterieuze tocht uit onverwachte hoeken die dan ook nooit te dichten blijken. Mijn appartement is verre van perfect te noemen. En dan zwijg ik nog van een haperende centrale verwarming die een geheel eigen leven leidt en mij vaak noodzaakt een energieverslindend elektrisch kacheltje achter me aan te slepen waar ik ga, van vertrek tot vertrek. De keren dat ik, als een mensenschuwe heremiet, begraven onder een berg dikke dekens aan mijn computer zat te typen zijn niet te tellen over de laatste tien jaar. De keren dat ik de raad kreeg om in godsnaam elders mijn heil te zoeken evenmin. Toch deed ik het niet.

Mensen die wel eens bij mij over de vloer komen, weten waarom. Ik heb het beste uitzicht van de stad die ik overzie als een koning zijn rijk. Of als een wanhopige prinses, wachtend op redding, ondertussen turend naar de horizon vanuit haar torenkamer. Midden in de stad, maar toch elke wolkenloze avond een zonsondergang als zat ik aan een oceaan in een ver en exotisch land. Meeuwen die rakelings voorbij scheren en heel af en toe, als het water van de Schelde hoog genoeg staat, de schoorsteen van een boot die tussen de daken door vaart. Om te weten welk weer er op komst is, staar ik als een doorwinterde zeebonk naar buiten en lees ik van de wolken het weerbericht uit alle windstreken af. Net als ik zelf, worden ook mijn bezoekers steevast verliefd op dat uitzicht en heb ik er geen kind meer aan zodra ik ze voor mijn ramen plant.

Maar ondanks deze eeuwigdurende liefde voor het weidse zicht dat al meer dan eens tot een verhelderend inzicht leidde, herbergen de kieren en barsten van mijn arendsnest nog een andere troef die inmiddels mijn werkelijk geheim wapen is geworden. Mijn aftandse badkuip. Die badkuip ziet er namelijk helemaal niet speciaal of mooi uit en ook het badkamertje waar ze zich in bevindt is eerder krakkemikkig en klein te noemen. Argeloze bezoekers hebben dus geen flauw vermoeden van de mysterieuze krachten van dat reservoir zoals er, volgens hen, tientallen in een dozijn passen. Nochtans is die kuip misschien wel  de heuse reden dat ik me weiger weg te laten tochten. In dat bad bedenk ik namelijk voor ieder probleem een oplossing en ontkiemde zo ongeveer ieder zaadje tot inspiratie dat ik ooit had.

Hoewel ik me altijd al graag in de troostende warmte van een geurend bad heb laten zakken als in een warme omhelzing die je van top tot teen in de greep houdt, besefte ik lange tijd het belang van mijn eerder mottige kuip niet eens. Wel bekroop mij regelmatig de onvermijdelijke drang om me in dat bad te verschansen wanneer het leven al eens ferm tegenzat of ik spaak was gelopen met een of ander denkproces of schrijfsel. Pas na geruime tijd viel me op dat ik immer uit het water herrees met een oplossing voor eender welke hersenbreker. Soms al vrij snel, soms pas na uren schijnbaar doelloos dobberen en heet water bijtanken. Waarna ik regelmatig halsoverkop naar de handdoek greep om tijdig bij mijn computer te raken waar ik dan haastig iets op mijn toetsenbord hengstte. Voordat ik het weer vergeten zou.

Geen enkele keer liet mijn badkuip mij in de steek en naast troost, warme vergetelheid, dagdromerij, hazendutjes en wilde fantasieën bood ze mij duizend en één ideeën waar ik anders wellicht nooit was opgekomen. Aldus transformeerde mijn bad zich tot mijn toevluchtsoord in bange dagen en mijn grootste inspiratiebron ooit. Verdere besognes laat ik nadien gewoon met het badwater weglopen.

Vriendelijk doch beslist moet ik dus bedanken voor een sjieke keet met hippe inloopregendouche of andere bij de tijdse tralala die me verder gestolen kan worden. Ik ben uiterst content met mijn aftandse kuip in dat tochtig arendsnest.

IMG_0720

Posted in: Columns