Verloren liefdes & vergiffenis

Posted on 11 juni 2012

0


Daar zitten ze dan.

Een beetje onwennig, in een restaurant dat zij gekozen heeft. Ze zijn tenslotte in haar stad dus leek het alleen maar logisch dat zij de plaats van ontmoeting zou kiezen en meteen de reservatie deed. Ook al had hij haar uitgenodigd en niet omgekeerd.

Ze vraagt zich af hoe lang het juist geleden is maar weet het niet precies. Ongeveer 20 jaar moet het zijn, verder komt ze niet. Dat betekent dat ze elkaar hun half leven al niet meer hebben gezien. Of gesproken. Hoe vertel je een half leven terwijl je intussen een bloederige steak verorbert?

“En, vertel!” opent hij monter.

Daar heb je het al.

Ooit waren ze dikke vrienden, twee handen op één buik zoals dat dan heet. Lief, leed en bij elkaar gaan logeren om dan bijna de hele nacht te blijven praten in het donker. Tot er een moeder riep dat het nu welletjes was geweest. Dat soort dingen.

Ze zaten toen op de middelbare school. Pas veel later, toen de eindexamens al lang verleden tijd waren en hun levens zich in verschillende richtingen hadden gemanoeuvreerd, waren ze heel even meer geweest. Maar langer dan een paar weken had dat niet geduurd. Zij vertrok toen voor een tijdje naar het buitenland en niet veel later hoorde ze dat hij een nieuwe vriendin had in de stad waar hij studeerde. Het had haar blij gemaakt.

Nog later ontving ze een brief van wel tien kantjes. Over hoe verschrikkelijk hij het vond en dat hij voor een moeilijke keuze stond. Dat zijn nieuwe vriendin hem tot die keuze had gedwongen. Ze mochten elkaar niet meer zien. Daar kwam het op neer.

Ze had het niet helemaal begrepen, die brief. Waarom een nieuwe liefde een oude vriendschap diende te torpederen. Pas later ontdekte ze dat die dingen wel vaker zo gaan, maar nu was het de eerste keer. Inmiddels was ze zelf definitief in een ander land gaan wonen en hoewel het haar verdrietig maakte – alsof haar jeugdjaren nu ineens pas echt voorbij waren – ging het leven ook weer snel verder. Zoals ook dat vaker gaat.

Nu zitten ze hier en moet ze haar halve leven samenvatten in het tijdsbestek van een steak met frieten. Ze herkent hem nog wel, als ze goed kijkt. Ergens tussen het zware montuur van de bril die er vroeger nog niet was geweest en de licht wijkende haargrens ziet ze vaag de contouren van de jongen die ze vroeger heeft gekend.

“Je bent helemaal niets veranderd,” zegt hij. Net op het moment dat ze besloten heeft dat hij toch niet meer die jongen van toen is. Net zo min als zij dat meisje, of dat hoopt ze toch.

Het gesprek komt toch op gang en tegen de tijd dat de steak bijna op is, hebben verloren liefdes (Zijn nieuwe liefde van toen heeft het niet overleefd), carrièremoves en sterfgevallen de revue gepasseerd. Ze kennen elkaar weer een beetje, al wacht ze nog steeds op wat komen gaat. De aap die nog niet uit de mouw is. Die aap die onzichtbaar en zwijgend, maar onmiskenbaar aanwezig en niet van plan het hier bij te laten, tussen hen op tafel ligt.

Zodra de lege borden zijn afgeruimd, schraapt hij zijn keel. Nu komt het, weet ze. De aap.

“Ik heb een cadeau voor je meegebracht,” zegt hij dan en duikt onder de tafel. Het is een boek van de schrijver die vroeger haar lievelingsschrijver was. De schrijver die hij heeft leren kennen door haar. Omdat ze iedereen dwong zijn boeken te lezen. Dat soort dingen deed ze toen.

“Bij elk nieuw boek van hem, denk ik aan jou,” zegt hij nog. Ze lacht verlegen en slaat het boek open. Dat hij dankbaar is dat hij haar eindelijk weer heeft gevonden, staat erin geschreven. Verbaasd kijkt ze op. Ze wist niet dat ze al die tijd kwijt was.

Dat het belangrijk voor hem was haar weer te zien, vult hij zelf aan. Om verder te kunnen, want hij zit een beetje vast momenteel. Dat hij hoopt dat het gaat lukken als hij vergiffenis heeft kunnen vragen en die zal krijgen. Van haar. Nu.

Vergiffenis waarvoor dan? Ze snapt er niks van.

Schoorvoetend bekent hij dat hij iets verkeerd heeft gedaan, 20 jaar geleden. Dat hij tijdens hun korte liaison ook al die nieuwe vriendin had en dat zij hem daarom voor een keuze had gesteld. Dat hij zich daar altijd schuldig over heeft gevoeld en dat ze hem moet helpen. Door hem vergiffenis te schenken.

Ze leest opnieuw de opdracht in het boek. Ze heeft het nooit geweten dus het heeft haar ook nooit echt zeer gedaan, bedenkt ze. En het leven gaat altijd verder, dat ook.

“Het is lief dat je het vraagt,” zegt ze uiteindelijk. “Maar mijn vergiffenis heb je niet nodig. Die moet je jezelf schenken.”

 

Ook verschenen op www.ziezozon.com

Posted in: Columns