Bijna zo irritant als klantendiensten, waar ze pas na een seizoen of drie van Vivaldi opnemen, als ze al opnemen, of waar je in het slechtste geval zelfs nooit een levende ziel aan de lijn krijgt terwijl je je wezenloos loopt de duwen op alle verschillende cijfertjes die je gezwind én volautomatisch van het kastje naar de muur sturen, zijn telefonische enquêtes.
U weet wel, die dolenthousiaste creaturen (geven ze die mensen speed of zo?) die angstaanjagend opgewekt blijven terwijl ze aan de lopende band verrot worden gescholden. Of dat neem ik toch aan als je mensen op de meest onmogelijke momenten lastig valt om te vragen wat ze vinden van de klantvriendelijkheid van een bedrijf waar je doorgaans nooit door die irritante klantendienst kunt doordringen. Wat denken jullie zelf?
Rot toch op, denk ik dan wel eens maar hardop uitspreken doe ik dat nooit. Die mensen doen natuurlijk ook gewoon hun werk en hebben misschien drie kinderen en een hond die hen de oren van het hoofd eten thuis. Vervolgens lieg ik dan dat ik echt geen tijd heb en hang ik zo snel mogelijk weer op.
Als schoolverlater werkte ik zelf ook ooit in zo’n troosteloze centrale waar ik het na één dag voor bekeken hield. Ik moest die hele dag bellen naar boeren (ik herinner mij dat ik aan de telefoon het woord ‘agrariërs’ diende te gebruiken) om hen te bevragen over het gebruik van een bepaald soort kunstmest. Toen van de eerste tien agrariërs die ik contacteerde, bleek dat er zes inmiddels overleden waren (de lijst die ik had gekregen was klaarblijkelijk nogal gedateerd) en bovendien de zesde weduwe er niet bepaald mee kon lachen dat ik belde voor haar echtgenoot die nu al zeven jaar ‘was komen te gaan’, gaf ik er de brui aan en diende ik mijn ontslag in.
Nu valt het in België allemaal nog best mee want laatst was ik bij een vriendin in Nederland op bezoek die haar vaste telefoon gewoonweg in de meterkast heeft verstopt omdat ze er anders helemaal gek van wordt. Van ’s morgens tot ’s avonds bellen de enquêteurs daar aan de lopende band en proberen ze iedereen en passant ook nog het nodige geld afhandig te maken voor een zogenaamd ‘goed doel’.
Als proef op de som bevrijdde ik prompt haar telefoon van haar trieste bestaan en nam ik bij het eerstvolgende gerinkel op. Dat mevrouw niet thuis, deelde ik netjes mee toen er aan de andere kant van de lijn werd gevraagd naar mijn vriendin die inmiddels naar de keuken was gevlucht. Wanneer ze dan wel thuis zou zijn, werd er assertief geïnformeerd waarna ik (inmiddels licht geïrriteerd) liet weten dat ik dat niet wist en ook niet of ze er wel zin in had om teruggebeld te worden. Vervolgens werd ik gesommeerd door te geven dat er de volgende dag stipt om 11u zou worden teruggebeld en dat het wel zo prettig zou zijn als mevrouw dan aanwezig zou zijn. Gezien het toch al de vierde keer was dat er geprobeerd werd met haar in contact te komen voor een paar prangende vragen en een essentiële bijdrage voor… een goed doel! Nou moe.
Maar, en wellicht heeft mijn kortstondige carrière als enquêteur in lang vervlogen dagen er iets mee te maken, soms krijg ik dus ineens toch medelijden met die mensen die ook maar gewoon hun werk doen. Als hyena’s die bloed ruiken, bijten ze zich op zo’n zwak moment meteen vast in hun kansloze prooi en voor ik het weet DOE IK DAN INEENS MEE.
Zoals laatst, toen een opgefokte jongeman wilde weten hoe ik mijn recente bezoek aan een garage had ervaren. Nu had die garage mij snel en efficiënt uit de brand geholpen met een levensgevaarlijk lekkende voorband en lag het garagebezoek daarom nog vers in mijn geheugen. Dus toen de jongeman (die bij machte was om onwaarschijnlijk veel woorden per seconde te gebruiken en me op die manier toch een beetje overdonderd had) even aandrong, zuchtte ik en gaf ik me gewonnen. Niet langer dan vijf minuutjes, beloofde hij nog.
Hij had niet gelogen en nog geen vijf minuten later was het gepiept en beklonken, behalve dat er nog een laatste dingetje werd gevraagd. Mijn mailadres. Met tegenzin, omdat ik vond dat ik nu wel genoeg goede wil had getoond, gaf ik het hem door. Daar kreeg ik nog geen minuut later heel veel spijt van. Want, zo vertelde mij de mail die volgde, om de enquête echt waardevol te maken diende ik nog een paar vragen in te vullen via de link die me werd doorgegeven. Het zou niet meer dan vijf minuten van mijn tijd in beslag nemen…
De eerste vraag luidde doodleuk: “Was u tevreden over onze telefonische enquête?” I kid you not!
De eerstvolgende keer dat ze mij weer bellen, zit ik alvast in de meterkast verstopt.
Posted on 2 juli 2012
0