Heeft de wereld een burn-out en is dat dan het goede nieuws?

Posted on 27 april 2020

2


Elke dag word ik ’s morgens wakker en denk ik dat het allemaal een bizarre droom is geweest. Een naargeestig hersenspinsel over algeheel onheil dat nergens op gebaseerd is. Dat duurt nooit lang want zodra ik de radio aanzet, weet ik het weer. Dit is geen zwartgallig fantasietje dat enkel in mijn hoofd bestaat en de kans dat ik in een real life Truman Show ben verzeild, wordt ook steeds kleiner. Deze nachtmerrie waar niemand aan ontkomt gebeurt echt en is vooralsnog niet ten einde.

Als introverte einzelgänger die meestal van thuis werkt, dacht ik aanvankelijk nog: zelfisolatie? Ik heb dat uitgevonden. Omdat ik als freelancer met een samenraapsel aan statuten niet meteen op een vangnet terug kon vallen in tijden van een pandemie, kwam daar nog bij dat er van enige verveling ook al geen sprake kon zijn. Dus zei ik ‘ja’ op al het telewerk dat zich aandiende en begon ik mij een slag in de rondte te werken om na deze wereldwijde corona-crisis niet totaal geruïneerd achter te blijven. Ik zal zeker de enige niet zijn die tussen alle mazen van het net valt.

Uiteraard volgde ik tussen de bedrijven door de vele journaals en de overheidsinstructies die bij momenten tot algehele verwarring leidden (Blijf binnen! Ga buiten en beweeg! Mondmaskers zijn nergens goed voor! Maak je eigen masker!). Ik bestelde toch maar alvast een doe-het-zelf-pakketje om zelf maskers te naaien, volgde op sociale media semantische discussies over social dan wel physical distancing, grinnikte schamper bij iedere expert op televisie die de woorden social distancing maar niet foutloos over de lippen kreeg met al die verrekte s-klanken en lachte werkelijk tranen van ellende bij de vele memes die mijn WhatsApp overspoelden. Een mens moet wat tijdens een quarantaine en lachen blijft gezond.

Nu blijkt bij nader inzien die eenzame opsluiting toch wel een soort next level van alleen zijn dus laste ik wekelijks een anderhalve-meter-wandeling in met een vriendin. Dat uitje ontaardt meestal in een halve marathon terwijl alle onderwerpen die ons dezer dagen bezighouden aan bod komen. Beweging, sociaal contact én filosofie, efficiënt gebundeld. Die beweging is trouwens geen sinecure in een dichtbevolkte stad waar sommige mensen schijnbaar geen enkel nieuws tot zich nemen, laat staan een benul hebben van de regels tijdens corona. Of waar sommige mensen vierkant hun voeten vegen aan alle richtlijnen en elkaar leukweg beknuffelen terwijl wij inmiddels dag 46 van nihil fysiek contact zijn ingegaan. Een ontspannende wandeling ontpopt zich dan ook al snel tot een beproeving waarbij je angstvallig mensen ontwijkt die hoestend en proestend voorbij joggen, die pertinent weigeren met de fiets naast de stoep te rijden en die algeheel geen rekening wensen te houden met wat voor afstandsregel dan ook.

Tijdens de vele videomeetings die maken dat je plots op ieder moment van de dag toch min of meer presentabel moet rondlopen ‘in je kot’ oefen ik ondertussen fanatiek om onder alle omstandigheden vriendelijk te blijven glimlachen. De wetenschap dat je beschikt over een resting bitch face is één ding. De veelvuldige confrontatie ermee tijdens online vergaderingen is vaak ontstellend. Of zou ik gewoon een facelift nodig hebben? Wie zal het zeggen en wat doet het er nog toe als inmiddels ook Tsjernobyl in brand staat en een sprinkhanenplaag Oost-Afrika teistert? Dit moet vast en zeker het einde der tijden zijn!

En niet alleen onze gezondheid en mentaal welzijn staan op het spel, pepert het journaal ons intussen in. Economisch wacht ons allen een zware recessie. Zwaarder dan die van 2008. Hoe komt dit ooit nog goed, vraag je je af terwijl je met lede ogen aanziet hoe doodleuke Paasbarbecues hun gang gaan en jij je ondertussen zorgen maakt over je 77-jarige moeder die over de grens woont. Na een van mijn wekelijkse rooftochten in de dichtsbijzijnde supermarkt heb ik ineens veel zin om op straat neer te zakken om eens heel uitgebreid te gaan zitten huilen. Temidden van de boodschappentassen met mijn buit erin. Krijg ik nu een inzinking? Ben ik overspannen aan het raken van al die druk overal en die informatiestroom die maar niet stopt? Wordt de zelfisolatie me dan toch te veel? Ondertussen sjok ik gewoon verder en jankt mijn hart tranen met tuiten om al die mensenlevens die al verloren zijn gegaan, om kinderen die in een gewelddadige thuissituatie zitten opgesloten, om gezinnen die uiteen zijn gerukt, gezondheidswerkers die dweilen met de kraan open en de eenzaamheid van zoveel mensen.

Tegelijk begint er in mijn achterhoofd een rood lampje te knipperen dat vanaf dat moment niet meer zal stoppen. Ik herken dit. Ik heb dit al eerder meegemaakt. Was dat niet tijdens die andere recessie een decennium geleden toen ik tegelijkertijd onderuit werd gehaald door dat sluwe monster dat burn-out heet? Schreef ik daar trouwens geen boek over? Weet ik niet als de beste wat de symptomen zijn en hoe zo’n individuele recessie eruitziet en voelt? De fysieke en psychologische uitputting, de geheugen- en concentratieproblemen, de emotionele onbalans die je vervreemdt van alles en iedereen, de zelfisolatie, de slaapproblemen, de fysieke pijnen en de paniekaanvallen. Is dit wat we nu massaal en globaal meemaken?

Heeft de wereld een burn-out? vraag ik me af terwijl ik de dwangmatige routine begin die tegenwoordig hoort bij het thuiskomen van een gemaskerde bestorming van de supermarkt. Schoenen uit, handen wassen, masker in de was, handen wassen, boodschappen uitladen, handen wassen, fruit en groenten afspoelen, handen wassen, boodschappentassen opbergen, handen wassen. Smetvrees van de ergste soort is er niets tegen. Het alarmlampje stopt niet.

Maar als de wereld in een burn-out zit, betekent dit ook dat hier enorme kansen op de loer liggen, bedenk ik wanneer ik even later uitgeput op de zetel lig. Geen kansen van een tijdelijke, voorbijgaande aard. Geen oppervlakkige en kortstondige bewustwording die vergeten zal zijn zodra we onze vrijheden terugkrijgen en we allemaal weer op een vliegtuig kunnen stappen om ergens de massatoerist uit te hangen. Niet zomaar een keer genieten van de bloemetjes in je tuin of dat fietstochtje langs de vaart. Maar een dieper wakker worden dat maakt dat terugkeren naar het verleden voor altijd onmogelijk wordt. Zoals dat ook na een individuele decompositie noodzakelijk is. Omdat het vanaf nu fundamenteel anders moet. Omdat dit de enige weg naar werkelijke genezing zal zijn.

Ik herinner me de vele keren dat ik het gevoel kreeg steeds maar weer teruggeduwd te worden in oude mechanismen omdat mijn persoonlijke bewustwording destijds niet paste in hoe de wereld op dat moment (door)draaide. En hoe mijn lichaam mij dan keer op keer dwong om uiteindelijk toch nederig te luisteren naar wat het te vertellen had. Deed ik dat niet, dan haperde het onmiddellijk. Ging er iets stuk. Stel je voor dat we nu gezamenlijk gedwongen worden tot een collectief bewustzijn dat radicale veranderingen afdwingt om onszelf en de natuur te redden. Stel je voor dat die natuur ons collectieve lichaam is dat het niet meer pikt en zonder genade ingrijpt. Die natuur is alvast aan een glorieuze revival begonnen sinds wij ons allemaal een beetje gedeisd moeten houden.

Terwijl het rode lampje op stand-by blijft knipperen, begin ik weer rustiger te ademen. Als de wereld werkelijk een burn-out heeft, is er in ieder geval nog hoop op beterschap. Ik voel een brede glimlach op mijn gezicht verschijnen. Misschien is die facelift toch nog niet meteen nodig.

 

Foto: Martine Coene

Posted in: Columns