Het staat er geschreven, ergens in mijn notitieboekje: “Hoe zoenen de zinnen verzacht”. Een eenzame zin tussen andere letters die daar hoegenaamd niets mee van doen hebben. Wanneer ik het opschreef weet ik niet meer. Er staat veel in dat boekje gepend en niet noodzakelijk in chronologische volgorde. Waar ik dus op dat precieze moment aan zat te denken (uiteraard aan zoenen, maar met wie, waarom, waar & wanneer?) is mij een volstrekt raadsel. Misschien vond ik dat de alliteratie gewoonweg goed klonk. Dat zou best kunnen.
Toch komen toevalligheden nooit alleen. Amper een week voor ik deze zin terug vond, op zoek naar iets anders, verdedigde ik nog met man en macht het levensbelang van kussen tijdens een verhit gesprek. Of mijn axioma enigszins serieus werd genomen, weet ik zelfs niet. Mogelijk kreeg mijn gesprekspartner (die ik nooit gekust heb) het er Spaans benauwd van. Daar kon ik echter allemaal geen rekening mee houden. Ik had het immers proefondervindelijk ondervonden en meer bewijzen heeft een mens niet nodig.
Zo kan slechte seks bij herkansing misschien gerust weer worden goedgemaakt. Die vlieger gaat niet op voor kussen. Als de zoenpuzzel de eerste keer niet past, komt het namelijk nooit meer goed. Rien à faire. Vergeet dientengevolge goedbedoelde raad van derden en bespaar je een gênante Googlesearch op zoek naar de juiste tips. Kussen is, in tegenstelling tot andere aangelegenheden, nu eenmaal geen kwestie van techniek of afdoende know how. Kussen is een kwestie van pure chemie en zonder de noodzakelijk scheikundige reacties sterft elke mogelijke toekomst onmiddellijk een gruweldood. Al gooi je naderhand manhaftig de gehele Kama Sutra in de strijd en doe je tot het einde der dagen elke dag de afwas, helemaal goed komen doet het nooit meer als het niet klikt tussen twee paar lippen.
Toegegeven, sommige mensen zijn dermate onkundig dat je je durft afvragen wat daar ooit van moet komen. Zelfs als ze de juiste lippen zouden vinden. Toch zijn de pneumatische staafmixers en de likkende puppies die je verweesd achterlaten met een stijf gezicht van opgedroogd speeksel eerder uitzonderlijk en weten de meeste mensen ongeveer wat ze moeten doen.
Niettemin blijft een zoenfestijn met de verkeerde lippen een triestige affaire en kun je in zo’n geval beter gezwind maken dat je weer weg bent. Voor je kapitale fouten begaat. Want één enkele kus vertelt nu eenmaal een heel leven. En als die kus onherroepelijke miserie voorspelt, is dat dus van levensbelang. Tenzij je de innige wens koestert om op termijn het gevoel te hebben dat je je lippen op een dode vis drukt, of op een muffige perzik waarop nog net geen schimmel staat. Want daar komt het uiteindelijk van.
Wat ik ook dacht toen ik die woorden schreef, zoenen verzacht de zinnen, als je de juiste lippen kust.
Lente
14 december 2012
Gelukkig heb ik een stevig onderbouwde kennis van chemie/chemische reacties, dus daar zit het al snor. Het proefondervindelijke is aan anderen om te be(hopelijkniet”ver”)oordelen… ;)
Stefania
15 december 2012
Briljante analyse.
Sigurd De Strijcker
24 juli 2013
In de Koningsstraat leidde ze hem een oud en karaktervol gebouw binnen. Op de eerste etage bevond zich haar ‘kot’. Eigenlijk was het geen ‘kot’ maar een ruime kamer van minstens zes op twaalf meter. Hoge plafonds gaven de studentenloft iets residentieel. Ze had smaak. Allerlei donkerbruine antieke meubeltjes wisselden elkaar af met originele studentikoze toepassingen binnen de wit geschilderde ruimte. Ze had geen bed maar de dubbele matrassen lagen op houten transpaletten. Het geheel klopte. Dit was haar wereld. Links en rechts wat plantjes en versieringen maakten het interieur compleet. Er was niets bombastisch of overdreven. Sober zoals ze zelf was, was ook de inrichting stijlvol maar eenvoudig. Er straalde rust en klasse van uit. Zij was de koningin van de Koningsstraat. Zoals afgesproken gingen ze braaf slapen. Het was bitterkoud. Ze ontkleedden zich slechts gedeeltelijk. Hij hield zijn onderhemd en onderbroek aan en zij hield ook haar beha en onderbroek aan. Het was eigenlijk geen onderbroek maar een soort van vormgevende short. Het beige ding was allesbehalve sexy en had dezelfde kleur als het lelijke ondergoed dat op markten verkocht werd en dat dames op leeftijd daar keurend in de lucht hielden als was het een doordeweekse keukenhanddoek. Deze ongegeneerdheid maakte haar juist zo sexy. Hij wist nu reeds dat niets kon tornen aan het verblindende beeld dat hij zich intussen van haar had gevormd. Zij voelde dit en stoorde zich dan ook aan niets. In andere omstandigheden en bij anderen was hij nochtans zo perfectionistisch geweest. Op minder ernstige esthetische tekortkomingen zou hij in het verleden al lang zijn afgeknapt. Dan zou hij ongetwijfeld opstappen of nadien nooit meer iets van zich laten horen. Maar deze muze kon zich dit allemaal permitteren. Het maakte haar juist nog onweerstaanbaarder. Wat er ook zou gebeuren, de liefde in zijn hart was sterk genoeg om zich aan niets te storen. Hij was verliefd en voelde zich bemind.
‘Hé, dat is eigenlijk mijn kant van het bed. Normaal slaap ik hier …’ merkte ze op.
‘Maar nu slaap ik hier.’
‘Slaap jij thuis ook altijd aan de kant van deur?
Yep!
Ze kropen dicht tegen elkaar aan en verwarmden zo hun verkleumde ledematen. Hij zoende haar. Hun hartstochtelijk gekus werd zo passioneel dat het meer leek alsof ze elkaar aan het opeten waren. In crescendo werd de passie opgevoerd en beten ze in elkaars lippen en tongen. Dit had hij nog maar zelden meegemaakt en dan nog in een ver vergeten verleden. Dit was Verlangen. Het was genadeloze Begeerte. Het was pure Lust. Deze keer mocht het pijn doen. Even had hij gevreesd dat ze niet passioneel zou kunnen zoenen aangezien de eerste kussen aan Berlin en Het Dagelijks Brood eerder gereserveerd in ingetogen waren. Daar had ze stuntelig met haar tong gedraaid. Hun zielen waren toen nog niet op elkaar afgestemd. Nu liet ze zich gaan om er zichtbaar van te genieten. Het vlees was zwak. Van braaf naast elkaar blijven liggen kon geen sprake meer zijn en beiden gaven zich over aan de begeerte van hun zielen en lichamen. Kleren werden van elkaars lijf gerukt en hij werd er duizelig van. Ze schoor zich niet en had een bos schaamhaar zoals hij het in zijn leven nog niet was tegengekomen. Weer was ze anders dan al de anderen die hij had gekend en dat maakte haar bijzonder.
‘Geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt om het af te scheren.’ antwoordde ze gekscherend toen hij er een opmerking over maakte.
Op één of andere manier nam hij er geen aanstoot aan en na het bekomen van een eerste verbazing vond hij het zelfs enigszins mooi. Ze konden niet genoeg van elkaar krijgen. Duivelse gemeenschap maakte zich meester van hen. Zij had ongetwijfeld het mooiste gebit van alle vrouwen die hij ooit had gekend. De schoonheid van haar mond werd zijn ondergang. Hij had haar verteld dat hij meestal niet zoende tijdens de seks. Dat vond hij te intiem. De meeste vrouwen dienden genoegen te nemen met het loutere seksuele. Zijn gemeenschap was pornografisch van aard en voornamelijk oraal geweest. Het zicht op de coïtus was daarbij cruciaal. Alles was anders nu. Zijn wezen vermengde zich woest met dat van haar. Hij hoefde haar geslacht niet te zien. Hij wenste begeerd te worden en te begeren. Hij wenste door haar kussen begeesterd te worden en meegesleurd te worden naar ongekende hoogten. Fellatio, cunnilingus en anilingus waren niet alleen van ondergeschikt belang, het kwam zelfs niet aan de orde. Hij zoende en likte haar aangezicht passioneel. Intens en meerdere keren bedreven ze op deze manier de liefde. Ze lagen in elkaars armen en een onlosmakelijke zielsband was tot stand gebracht. Zij streelde zijn geslacht. ‘Waarom scheer je je ballen?’
‘Ik doe dat al zolang ik mij kan herinneren. Misschien al twintig jaar.’
‘Ik vind ballen mooier met haar, kan je het niet laten groeien?’
Sigurd (In de ban van An)